Regelmatig krijgen we de vraag: "Hoe gaat het met de kinderen van een freinetschool in het middelbaar?"
Hier kan je enkele ervaringen lezen van ouders van kinderen hun schoolloopbaan bij ons hebben afgelegd en nu de stap naar het middelbaar hebben gemaakt.
Onze zoon heeft de overstap naar het middelbaar zéér vlot gemaakt. Hij heeft geen problemen gehad met het maken van nieuwe vrienden, zelfstandig nemen van de lijnbus (met overstappen),plannen van taken en toetsen. Daarnaast heeft zich vanaf dag 1 een goede leerhouding eigen gemaakt. Hij haalde op zijn eerste rapport een gemiddelde van 80%, wat doet vermoeden dat hij een goede voorbereiding gehad heeft in de lagere school. Het eerste trimester is voornamelijk herhaling van het 6de leerjaar. Wij horen tijdens oudercontacten enkel lof over zijn leerhouding, sociale vaardigheden en planmatig werken. Ook de andere trimesters was hij tot nu toe glansrijk geslaagd. Hij heeft het op dit moment enkel moeilijker op vlak van wiskunde verdieping, maar de 5 en daarna 8 uren wiskunde is nu eenmaal niet voor iedereen weggelegd.
Groeten van een heel tevreden fiere mama!
Ook wij stonden ruim een jaar geleden voor deze vraag - een hele uitdaging als je kind een diagnose autisme en dyslexie heeft. Het werd een proces van afwegen met volgende vragen als richtingaanwijzers:
· Wat is haalbaar voor *** zelf?
· Wat is haalbaar voor ons gezin?
· Wat is haalbaar voor de leerkrachten van de nieuwe school?
Tijdens onze Perenboomtijd konden we rekenen op een stevige partnerschap met de klasleerkrachten, de zorgjuf en de GON-begeleiding. Vanuit een open dialoog zochten we steeds naar afstemming en samenwerking binnen de grenzen van het schoolgebeuren enerzijds én onze draagkracht als ouders anderzijds. We zagen ons kind open bloeien tot een enthousiaste, leergierige en zorgzame jongen. We zagen hem groeien in zelfvertrouwen en zelfstandigheid, nieuwe drempels overwinnen én zich goed voelen bij zijn klasgenootjes.
In onze zoektocht naar een middelbare school wilden we dan ook zoveel mogelijk vasthouden aan dit groeiverhaal.
Na overleg verkenden we als ouders de opties: A-stroom en B-stroom binnen het reguliere onderwijs en OV4 binnen het buitengewone onderwijs.
Voor *** waren volgende criteria belangrijk:
· Geen schrijf-school maar een doe-school.
· Het gevoel hebben: “ik kan dit aan”.
· Geen speciale school of een klas met alleen maar kinderen met autisme, want iedereen met autisme is ook anders.
· Met de fiets naar school kunnen, want de onvoorspelbaarheid en drukte op de bus geven veel stress.
Als gezin bezochten we twee scholen in de regio tijdens de opendeurdagen. We kozen uiteindelijk voor:
· de B-stroom
· in een technische middelbare school
· op fietsafstand van ons thuis
· met een klas van 10 leerlingen
· waar de compenserende maatregelen standaard voor iedereen worden toegepast.
Op 1 september fietste *** met een klein hartje naar zijn nieuwe school.
Grote veranderingen vragen veel aanpassingstijd, een heel schooljaar lang. Elke dag moet hij nieuwe drempels overwinnen om naar school te gaan en de uitdagingen die bij zijn leeftijd horen aan te gaan. Groeien gaat nu eenmaal met vallen én opstaan.
Zeker nu de afstand tussen ouders en leerkrachten groter is op het middelbaar, merken we dat partnerschap met de GON-begeleiding, de interne leerlingbegeleiding en de klastitularis onmisbaar is. Voor ons als ouders hoort daar ook een stuk meer loslaten bij.
Intussen zijn we juni en kunnen we de balans opmaken. Als je ons nu vraagt: “was dit een goede keuze?”, dan kunnen we daar volmondig “ja” op antwoorden. We ervaren dagelijks wat de uitdrukking “less = more” betekent: minder (prestatie)druk geeft stress, meer rust, meer ruimte voor groei en leerprocessen, meer succeservaringen, meer zelfvertrouwen, meer probleemoplossend denken, meer zelfstandigheid, meer geluk en vrolijkheid.
We merken aan *** dat:
· het hem deugd doet om zonder op de tippen van zijn tenen te moeten lopen, goede punten te behalen.
· hij geniet van de technieklessen en hij fier is op zijn werkstukjes.
· hij dankzij de stevige basis van het Perenboompje op zijn eigen manier zijn plekje zoekt in de klasgroep en in het sociale verkeer met leeftijdsgenoten.
Tijdens de oudercontacten horen we van leerkrachten dat hij gewaardeerd wordt voor zijn open, kritische vraaghouding, de manier waarop hij zijn eigen mening kan verwoorden en leerkrachten rechtstreeks durft aan te spreken, het kunnen samenwerken in groep, elkaar helpen en conflicten oplossen, het zelfstandig werken en plannen, … allemaal talenten die hij heeft meegenomen van het Perenboompje.
*** zijn eigen conclusie is kort maar bondig: “Ik ben echt blij dat ik techniek doe op de B-stroom. Ik vind het fijn om met mijn handen te werken. Nu heb ik 9u/week, volgend jaar al 15u/week. Het wordt alleen maar beter!”